In de woning van belanghebbende, de heer X, wordt in 2009 door de politie een hennepkwekerij aangetroffen. In de woonkamer staan 387 planten. In de badkamer bevindt zich een hennepdrogerij en in de overige ruimtes staan installatiematerialen en vuilniszakken met hennepafval. In de meterkast wordt illegaal elektriciteit afgetapt. X is door de politierechter veroordeeld voor overtreding van de Opiumwet. Dit vonnis is onherroepelijk. Volgens de inspecteur heeft X in 2009 € 77.594 verdiend met de kwekerij en dit is als resultaat uit overige werkzaamheden in aanmerking genomen. In geschil zijn de IB/Zvw-(navorderings)aanslagen over 2009, alsmede de 50% vergrijpboetes van in totaal € 17.976. Rechtbank Den Haag stelt de inspecteur in het gelijk. X stelt vergeefs dat de kwekerij van een Poolse man was aan wie hij de woning had onderverhuurd. X gaat in hoger beroep. Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat X gelet op de feiten inkomsten uit de hennepkwekerij heeft genoten. Door deze inkomsten niet aan te geven, is X te kwader trouw. Voor navordering is geen nieuw feit vereist. De bewijslast moet worden omgekeerd en verzwaard, omdat X ondanks de uitnodiging daartoe geen aangifte heeft gedaan. De schatting van de inspecteur is echter niet redelijk. Begin 2009 is namelijk een nieuwe elektriciteitsmeter geplaatst en toen werd geen elektriciteit afgetapt. Het aantal oogsten van 2009 is dus minder hoog. X heeft € 51.729 verdiend. Vanwege de omkering en verzwaring van de bewijslast wordt de totale boete gematigd tot € 7.200. Het beroep van X is deels gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 16 juni