Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat het feit dat de heffingsbevoegdheid weer bij de gemeente berust er niet toe leidt dat een eerdere aanwijzing van iemand als heffingsambtenaar alsnog kracht van werking krijgt.

X parkeert in augustus 2018, maar voldoet niet de verschuldigde parkeerbelasting en krijgt een naheffingsaanslag parkeerbelasting. Na bezwaar en beroep gaat X in hoger beroep. Het Hoofd stafafdeling middelen van de gemeente (hier: A) stelt incidenteel hoger beroep in. De gemeente heeft via een aanwijzingsbesluit van 13 december 2016 A als heffingsambtenaar aangewezen. De gemeente heeft op 30 oktober 2018 de bevoegdheid voor heffing en inning van parkeerbelasting weer teruggekregen van een belastingsamenwerking. X betwist onder andere dat het incidentele hoger beroep bevoegd is ingesteld.

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat het feit dat de heffingsbevoegdheid weer bij de gemeente berust niet er toe leidt dat een eerdere aanwijzing van iemand als heffingsambtenaar alsnog kracht van werking krijgt. De aanwijzing van A als heffingsambtenaar was vóórdat de gemeente de bevoegdheid voor heffing en inning van parkeerbelasting weer terug kreeg. Deze eerdere onbevoegde aanwijzing krijgt dan niet alsnog werking. Het incidentele hoger beroep is door een daartoe onbevoegd bestuursorgaan ingesteld en is dus niet-ontvankelijk.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 21 april

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen