Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat belanghebbende aannemelijk maakt dat 75% van de onroerende zaak kwalificeert als eigen woning.
X koopt in 1997 een onroerende zaak. Deze bestaat uit een voormalige boerderij, een bijgebouw, tuin en boomgaard. De boerderij en het bijgebouw zijn gedeeltelijk verbouwd om deze geschikt te maken voor Bed & Breakfast-verhuur. De verbouwingen zijn niet afgerond omdat gebruik als B&B niet was toegestaan. X gebruikt de boomgaard onder de naam C voor het kweken van fruit voor de productie en verkoop van fruit- en vruchtensappen. X stelt dat 75% van de onroerende zaak als een eigen woning moet worden aangemerkt. De inspecteur gaat uit van 25%. Voor 2014 is onder meer in geschil welk deel van de onroerende zaak een eigen woning is.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat belanghebbende aannemelijk maakt dat 75% van de onroerende zaak kwalificeert als eigen woning. Uit de door X overgelegde tekening van de boerderij en de daarop gegeven toelichting blijkt dat slechts een zeer beperkt gedeelte daarvan in gebruik is bij C. Het resterende gedeelte is bij X als woning in gebruik of staat hem door de leegstand volledig ter beschikking. Hetzelfde geldt voor het bijgebouw.
Lees ook het thema Eigenwoningregeling
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.111
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 21 april