Rechtbank Den Haag oordeelt dat de heer X aannemelijk maakt dat zijn ‘per diem allowance’ in voldoende mate is gespecificeerd om als aangewezen en daarmee onbelaste vergoeding te worden aangemerkt.

De heer X woont in Nederland en werkt in 2015 als piloot. X is in dienstbetrekking bij een Ierse werkgever, maar zijn thuisbasis is een Duitse luchthaven. De werkgever is niet inhoudingsplichtig voor de Nederlandse loonheffingen. X krijgt een vaste kostenvergoeding voor eten, drinken en overnachtingen tijdens diensten buiten de basis. Deze ‘per diem allowance’ (per diem) is € 4,60 per uur. In geschil is of deze ‘per diem’ als gerichte vrijstelling een voor de IB-heffing onbelaste vergoeding is.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat X aannemelijk maakt dat de ‘per diem’ in voldoende mate is gespecificeerd om als aangewezen en daarmee onbelaste vergoeding te worden aangemerkt (vgl. HR 7 maart 2008, 41.623, V-N 2008/15.18). In de arbeidsovereenkomst en de appendix is namelijk een ‘per diem’ van € 4,60 per uur buiten de basis overeengekomen. Hiermee worden verblijfskosten gedekt die tijdens de dienst buiten de basis worden gemaakt. De ‘Per diem’ is bovendien een bekend begrip in de vliegwereld. Het beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 31a

Wet op de loonbelasting 1964 31

Wet inkomstenbelasting 2001 3.84

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 21 april

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen