Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur met de unieke combinatie van de voor- en achternaam van mevrouw X, alsmede de beginletter van de voornaam van de dochter en haar achternaam aannemelijk maakt dat dit moeder en dochter betreft.

Aan mevrouw X (belanghebbende) zijn in het kader van het KB Lux-project diverse navorderingsaanslagen, alsmede verhogingen en vergrijpboetes (hierna samen: boetes) opgelegd. Volgens de inspecteur had X samen met haar dochter, E, een rekening bij de KB Lux. Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur met de unieke combinatie van de voor- en achternaam van X, alsmede de beginletter van de voornaam van E en haar achternaam aannemelijk maakt dat dit X en E betreft. De beroepen inzake de jaren 1990 tot en met 1999 zijn niet-ontvankelijk, omdat met betrekking tot deze jaren geen bezwaren zijn ingediend. X claimt ook vergeefs een immateriële schadevergoeding. Aangezien de zaken met instemming van X zijn aangehouden in verband met een proefprocedure is namelijk geen sprake van een overschrijding van de redelijke termijn.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 14 juni

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen